Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Hij spreidde die voor mijn aangezicht uit; en [21]zij was beschreven [22]voor en achter; en daarin waren geschreven [23]klaagliederen, en zuchting, en wee. 21. Te weten de rol des boeks. 22. Dat betekende dat de straffen, die God over de Joden zenden wilde, velerhanden waren. 23. Te weten die te kennen gaven den jammerlijken staat, die door Gods rechtvaardig oordeel over de Joden komen zou.